Guus Went

Ik ben van 1952. Op de middelbare school, eind jaren ’60, kwam ik op een helder moment tot de vaststelling: ‘Het leven is een jungle. Maar laat ik hier op school proberen twee dingen te leren: schrijven en spreken.’ Schrijven lukte naar volle tevredenheid, maar spreken kwam voor mij in feite totaal niet aan bod. In de jaren daarna haalden (taal)studie en werk ook lang niet altijd het beste in mij naar boven. De wens tot leren spreken raakte op de achtergrond. (Trouwens: Waarover zou ik willen spreken? Waar? Met wie? Tegen wie? In welke context?)

Er moest meer zijn. Langzamerhand werd duidelijk dat er een ‘van binnen’ was waar misschien beter naar gekeken kon worden. Maar wat was kijken?

In 1980 leerde ik de Boeddhistische manier van kijken kennen (Vipassana-meditatie). Wat de Boeddha leert, bleek tot mijn verrassing een heel praktische psychologie te zijn, die op al mijn vragen antwoord leek te kunnen geven. Een nieuwe golf van studie en opleiding (o.a. NLP bij Anné Linden), werk en vriendschap (o.a. met de Nederlandse leraar Dhammawiranatha) – het waren de gelukkigste jaren van mijn leven tot dan toe. Eind jaren ’80 was mij duidelijk geworden dat de wens om te spreken betrekking had op de leer van de Boeddha, en mijn leraar liet mij mijn eerste weekenden geven. Dat bracht ook een oprechte wens tot de noodzakelijke verdere verdieping met zich mee.

Achteraf gezien heb ik in 1990 de grootste fout van mijn leven gemaakt door toen niet voor een aantal maanden naar Birma te gaan om te oefenen, maar mij te laten overhalen de ontwikkeling in mijn eigen land in het eigen centrum door te gaan maken, onder leiding van de Nederlandse leraar. Ik werd zelfs monnik, wat ik nooit geambieerd had en waar ik mij ook later nooit een type voor heb gevonden. Het full time leven in de Boeddhayana-gemeenschap van monniken, nonnen en leken, dat er van buiten veelbelovend uitgezien had, leek op een gevangenis of zelfs een hel. En ik begreep niet waarom, en meende dat de oorzaak alleen maar in mijzelf kon liggen. Het waren – niet constant natuurlijk, soms waren er beslist wel vruchtbare periodes – de ongelukkigste jaren van mijn leven.

Uiteindelijk heeft het tot 2001 geduurd voordat ik mij uit deze gemeenschap durfde los te maken. Toen kwam in een heel korte periode aan het licht wat er zich jarenlang onder de oppervlakte had afgespeeld: grootschalig misbruik door de leraar. De leerlingen brachten daarop zijn lessen in praktijk en stuurden hem weg.

Vanaf 2007 heb ik mijn leven met de Boeddha-Dhamma weer een nieuwe impuls kunnen geven. De Engelse monnik Bhante Bodhidhamma bracht mij op het spoor van de Duitser U Vivekananda. Uit eigen beweging ben ik vervolgens vanaf winter 2012-13 jaarlijks 60 dagen naar de Birmese leraar Sayadaw U Pandita (1921–2016) gegaan, de opvolger van Mahasi Sayadaw. Zijn deskundigheid in het onderrichten van de Mahasi-methode ervaarde ik als onovertroffen. Na de dood van Sayadaw U Pandita in 2016 werd eens te meer duidelijk dat dit onderricht niet gebonden is aan zijn persoon, dank zij het feit dat hij met zo grote toewijding tientallen monniken en nonnen in de Mahasi-methode heeft opgeleid. Wie 60 dagen Myanmar een grote stap vindt, kan meerdere keren per jaar in België of in Manchester terecht voor kortere retraites bij directe leerlingen van hem.

Warmte en enthousiasme zijn eigenschappen van mij, aloofness is er ook een. (Ik vertaal dat woord liever met cool dan met afstandelijk.) Juist in die combinatie ligt denk ik een deel van mijn authenticiteit, zoals ik privé en in mijn werk kan ervaren. Hardlopen (Chi-running) en yoga nemen een eigen plaats in in mijn dagelijks leven.

Sinds 2011 begeleid ik 5-daagse Vipassana-meditatieretraites, waarbij ik mij speciaal richt op beginners (onder het motto: jullie kunnen meer dan jullie denken!). Sinds 2015 begeleid ik ook jaarlijks een retraite in het Verenigd Koninkrijk, in het centrum van Bhante Bodhidhamma. Nu sinds april 2016 Sayadaw U Pandita er niet meer is, voel ik een grotere verantwoordelijkheid om mij zijn onovertroffen kennis verder eigen te maken en deze met anderen te delen. Sinds de zomer van dat jaar begeleid ik ook 10-daagse retraites.

En wat het leren spreken betreft: na mijn eerste retraite in Wales/Engeland in 2015, merkte een jonge deelneemster op: ‘Your English is so accurate, it is even better than my English.’ Ik moest een beetje lachen en antwoordde dat dat wel de accuraatheid van de Dhamma moest zijn. Maar voor mijzelf zag ik bevestigd dat ik met mijn jeugdideaal echt stappen heb gezet. Dankzij de Dhamma.

Wat mij inspireert

Mensen uit het verleden en het heden die ik inspirerend vind.

Mijn eerste 60-daagse retraite

bij Sayadaw U Pandita (2012-2013). De eerste drie weken was ik in een soort shock, want alles leek anders. Maar toen begon ik resultaten te ervaren.

Mijn vierde 60-daagse retraite

bij Sayadaw U Pandita (2015-2016). Dit was de laatste 60-daagse die U Pandita begeleidde. Ik ervaarde hem als krachtiger en liefdevoller dan ooit tevoren. In april 2016 zou hij op 94-jarige leeftijd overlijden.

Mijn vijfde 60-daagse retraite

(2017-2018) bij senior-leerlingen van Sayadaw U Pandita. Voor de afsluitende ceremonie (‘Victory Ceremony’) was mij gevraagd namens de mannelijke deelnemers een woordje te spreken.

Mijn zevende 60-daagse retraite (2019-2020)